- CT
- Conventionele radiologie
- Mammografie
- Interventionele radiologie
- Verslagen
- Nuttige links
- Contact
Het Besluit Medische Blootstellingen van 13 februari 2020 stelt dat Diagnostische Referentieniveaus (DRN's , of DRL's: Diagnostic Reference Levels) moeten worden gebruikt als onderdeel van het optimalisatieproces. In het bijzonder dient de exploitant een onderzoek uit te voeren wanneer deze referentieniveaus systematisch worden overschreden.
Om de diagnostische referentieniveaus te bepalen, worden er op nationale periodieke dosisstudies uitgevoerd. Deze studies bestaan uit het registreren van patiëntdoses voor bepaalde onderzoeken op elk toestel binnen iedere dienst.
De diagnostische referentieniveaus worden vastgesteld op basis van het 75e percentiel (P75) van de dosisverdeling voor alle toestellen, conform de aanbevelingen van de Europese Commissie (Radiation Protection 109) en de International Commission on Radiological Protection (ICRP Publication 135). Daarnaast wordt ook een streefwaarde bepaald op basis van het 50e percentiel (P50) van dezelfde dosisverdeling. Deze streefwaarde wordt beschouwd als een haalbare norm voor een standaardpatiënt, mits het gebruik van moderne beeldvormingstoestellen en een geoptimaliseerd acquisitieprotocol.
Om een vergelijking te maken met de diagnostische referentieniveaus en de streefwaarden, moet de lokale/typische waarde van een toestel worden bepaald. Deze typische waarde van een toestel is de mediaan (50e percentiel, P50) van een set dosisgegevens. Vervolgens wordt de typische waarde van het toestel vergeleken met de DRL en de streefwaarde. Daarnaast kunnen ook andere statistische parameters van de dosisgegevens van het toestel (bv. gemiddelde, spreiding …) worden gebruikt als onderdeel van het optimalisatieproces.
CT
Voor de CT-onderzoeken worden de diagnostische referentieniveaus (DRN's - DRLs Diagnostic Reference Levels) bepaald via de dosimetrische indicatoren CTDIvol (volumetric Computed Tomgraphy Dose Index) en DLP (Dose-Length Product) voor een onderzoek dat één enkele acquisitie omvat (enkelvoudig onderzoek). Bij het abdomen en thorax-abdomen wordt de DRL ook bepaald voor de DLP van een volledig onderzoek (één of meerdere acquisities).
Na afloop van de elfde iteratie van de dosisstudies voor CT onderzoeken (01/01/2021 – 31/12/2021) worden de waarden van de DRL aangepast. Deze waarden worden gepubliceerd in het technisch reglement van 20 oktober 2022 houdende diagnostische referentieniveaus in radiodiagnose met röntgenstraling en zijn hieronder vermeld. De volledige statistische analyse van de dosisstudies met extra informatie, is terug te vinden in het verslag - CT - iteratie 11.
Volwassenen
Procedure volwassenen | CTDIvol (mGy) | DLP (mGy.cm) | ||
---|---|---|---|---|
DRL | Streefwaarde | DRL | Streefwaarde | |
Abdomen | 8 | 7 | 490 | 380 |
Abdomen – volledig | 570 | 420 | ||
Angio CT thorax | 7,5 | 6,0 | 300 | 230 |
Hart (CCTA) - calciumscore | 4 | 3 | 70 | 50 |
Hart (CCTA) - angiografie | 20 | 15 | 300 | 230 |
Colon - acquisite rug | 4,0 | 3,5 | 200 | 160 |
Colon - acquisite buik | 2,5 | 2,0 | 160 | 120 |
Cervicale wervelzuil | 25 | 18 | 450 | 350 |
Lumbale wervelzuil | 26 | 20 | 600 | 450 |
Schedel (hersenen) | 50 | 40 | 800 | 720 |
Sinussen | 4,5 | 3 | 65 | 50 |
Thorax | 6 | 5 | 210 | 175 |
Thorax-abdomen – volledig | - | - | 800 | 600 |
Kinderen
Voor het bepalen van representatieve DRLs bij kinderen is het absoluut noodzakelijk om de parameters leeftijd, gewicht en lengte aan te geven, gezien de grote variatie in grootte tussen een boreling en een adolescent van 15 jaar. Het is aangeraden om gewichtscategorieën te gebruiken voor de classificatie van pediatrische patiënten, met uitzondering voor onderzoeken van het hoofd waar leeftijdscategorieën zijn aangeraden.
Een onderverdeling van de CTDIvol en de DLP op basis van gewicht was mogelijk, voor de onderzoeken van abdomen en thorax.
Procedure kinderen | Gewichts-categorie (kg) | CTDIvol (mGy) - per acquisitie DRL (P75) | DLP (mGy.cm) - volledig DRL (P75) |
---|---|---|---|
Abdomen | < 5 | ||
[5 ; 15[ | |||
[15 ; 30[ | 3,0 | 150 | |
[30 ; 50[ | 4,0 | 160 | |
[50 ; 80[ | 5,5 | 245 | |
Thorax | < 5 | ||
[5 ; 15[ | 1,5 | 35 | |
[15 ; 30[ | 2,0 | 55 | |
[30 ; 50[ | 3,0 | 100 | |
[50 ; 80[ | 5,0 | 200 |
Een onderverdeling van de CTDIvol en de DLP op basis van leeftijd was mogelijk voor de onderzoeken van de schedel (hersenen) en sinussen, voor de volledigheid worden ook de waarden voor abdomen en thorax toegevoegd (bij deze laatste twee onderzoeken worden gewichtscategorieën aangeraden).
Procedure kinderen | Leeftijds-categorie (jaar) | CTDIvol (mGy) - per acquisitie DRL (P75) | DLP (mGy.cm) - volledig DRL (P75) |
---|---|---|---|
Schedel (hersenen) | < 1 | 22 | 340 |
[1 ; 5[ | 30 | 520 | |
[5 ; 10[ | 32 | 595 | |
[10 ; 15[ | 41 | 725 | |
Sinussen | < 1 | ||
[1 ; 5[ | 50 | ||
[5 ; 10[ | 3 | 55 | |
[10 ; 15[ | 4 | 60 | |
Abdomen | < 1 | ||
[1 ; 5[ | 2,0 | 100 | |
[5 ; 10[ | 3,0 | 150 | |
[10 ; 15[ | 6,0 | 280 | |
Thorax | < 1 | 1.2 | 25 |
[1 ; 5[ | 1,5 | 35 | |
[5 ; 10[ | 2,0 | 55 | |
[10 ; 15[ | 3,0 | 100 |
Conventionele radiologie
De DRL's voor onderzoeken in de conventionele radiologie worden bepaald via aan de hand van de dosisindicator DAP (Dose Area Product – dosisoppervlakte-product) per opname.
Na afloop van de vierde iteratie van de dosimetriestudies voor de conventionele radiologie (01/11/2017 – 31/10/2020) worden de waarden van de DRL aangepast. Deze waarden worden gepubliceerd in het technisch reglement van oktober 2022 houdende diagnostische referentieniveaus in radiodiagnose met röntgenstraling en zijn hieronder vermeld. De volledige statistische analyse van de dosisstudies met extra informatie, is terug te vinden in het verslag RX – iteratie 4.
Volwassenen
Procedure volwassenen | DAP (mGy.cm²) per opname | |
---|---|---|
DRL | Streefwaarde | |
Abdomen | 1300 | 900 |
Bekken | 1800 | 1000 |
Lumbale wervelzuil face | 1500 | 800 |
Lumbale wervelzuil profiel | 2500 | 1200 |
Lumbale wervelzuil 3/4 | 2000 | 1000 |
Thorax face (PA) | 150 | 100 |
Thorax profiel | 400 | 250 |
DR-systemen (directe digitale radiografie – Direct Radiography) zijn veel meer gangbaar dan CR-systemen (fosforschermen, geïnformatiseerde radiografie – Computed Radiography) en radiografische films, die nu alleen een paar toestellen uitrusten. Gezien de dosis veel verandert in functie van het type detector (de dosis met een DR-detector kan 2 tot 3 lager liggen dan de dosis met een CR-detector), kan het daling van DRL’s verklaard worden uit het vervanging van CR-systemen door DR-systemen. In dosimetrisch opzicht wordt aanbevolen dat het relatieve aantal van DR-detectoren nog verhoogt.
Het Besluit Medische Blootstellingen van 13 februari 2020 vermeldt verder dat toestellen voor planaire radiografie met een beeldreceptor die gebruik maakt van fosforplaten (CR) of radiografische film, niet meer in dienst mogen gesteld worden vanaf maart 2022.
Kinderen
Voor kinderen was een onderverdeling van de DAP op basis van leeftijd mogelijk.
Procedure kinderen | DAP (mGy.cm²) per opname | |||
---|---|---|---|---|
DRL | ||||
Leeftijd (jaar) | < 1 | 1 - < 5 | 5 - < 10 | 10 - < 15 |
Abdomen | 40 | 80 | 150 | 400 |
Thorax face | 15 | 25 | 40 | 80 |
Thorax profiel | 20 | 30 | 80 | 150 |
Een onderverdeling van de DAP op basis van gewicht was ook mogelijk.
Procedure kinderen | DAP (mGy.cm²) per opname | ||||
---|---|---|---|---|---|
DRL | |||||
Gewicht (kg) | < 5 | 5 - < 15 | 15 - < 30 | 30 - < 50 | 50 - < 80 |
Abdomen | 40 | 80 | 150 | 400 | 800 |
Thorax face | 15 | 25 | 40 | 80 | 100 |
Thorax profiel | 20 | 30 | 80 | 150 | 300 |
Mammographie
Voor mammografieonderzoeken wordt de DRL in MGD (Mean Glandular Dose - GKD Gemiddelde klierweefseldosis) per opname uitgedrukt.
Na afloop van de vierde iteratie van de dosimetriestudies voor de mammografie (01/11/2017 – 31/10/2020) zijn de waarden van de DRL niet veranderd. Deze waarden worden gepubliceerd in het technisch reglement van 20 oktober 2022 houdende diagnostische referentieniveaus in radiodiagnose met röntgenstraling en zijn hieronder vermeld. De volledige statistische analyse van de dosisstudies met extra informatie, is terug te vinden in het verslag RX – iteratie 4.
De DRL voor de mammografie wordt bepaald op basis van het 95e percentiel van de verdeling van de waarden voor de MGD voor een gecomprimeerde borstdikte van 55 mm.
Een streefwaarde wordt ook gedefinieerd en kan als haalbare waarde beschouwd worden voor een standaard patiënt, bij gebruik van moderne beeldvormingstoestellen en een geoptimaliseerd acquisitieprotocol.
Mammographie | MGD (mGy) per opname | |
---|---|---|
DRL (P95) | Streefwaarde | |
Alle beeldopnames | 2,0 | 1,4 |
DRL’s en streefwaarden per gecomprimeerde borstdikte zijn hieronder vermeld en kunnen gebruikt worden voor optimalisatie doeleinden.
Gecomprimeerde borstdikte (mm) | MGD (mGy) per opname | |
---|---|---|
DRL (P95) | Streefwaarde | |
32 | 1,6 | 0,9 |
45 | 1,8 | 1,1 |
53 | 2,1 | 1,3 |
60 | 2,4 | 1,5 |
75 | 3,2 | 1,8 |
90 | 4,0 | 2,3 |
DR-systemen (directe digitale radiografie – Direct Radiography) zijn veel meer gangbaar dan CR-systemen (fosforschermen, geïnformatiseerde radiografie – Computed Radiography) en radiografische films, die nu alleen een paar toestellen uitrusten. Gezien de dosis veel verandert in functie van het type detector, wordt aanbevolen dat het relatieve aantal van toestellen voor mammografie die gebruik maken van DR-detectoren nog verhoogt.
Het Besluit Medische Blootstellingen van 13 februari 2020 vermeldt verder dat toestellen voor mammografie met een beeldreceptor die gebruik maakt van fosforplaten (CR) of radiografische film, niet meer in dienst mogen gesteld worden vanaf maart 2022.
Interventionele radiologie
Voor de interventionele procedures werden heel weinig gegevens geregistreerd tijdens de vierde iteratie van de dosimetriestudies (01/11/2017 - 31/10/2020). De definitie van de procedures, de onderzoeken waarvoor de registratie van de DAP is gevraagd, maar ook de manier waarop de gegevens werden geregistreerd, maken het moeilijker om deze gegevens te vergelijken en te analyseren en om de DRL's te berekenen.
Het wordt aanbevolen de “trigger levels” te gebruiken die beschikbaar zijn in de wetenschappelijke literatuur om de deterministische effecten van blootstelling tijdens interventionele procedures te vermijden. Ten slotte is het heel belangrijk te vermelden dat een aantal ontvangen gegevens groter zijn dan deze grenswaarde en dat corrigerende acties noodzakelijk zijn om dergelijke gevallen zoveel mogelijk te vermijden.
Verslagen
CT scan
- Iteratie 11 (2021): verslag - CT - iteratie 11
- Iteratie 10 (2020): verslag – CT – iteratie 10
- Iteratie 9 (2019): verslag – CT – iteratie 9
- Iteratie 8 (2018): verslag – CT – iteratie 8
- Iteratie 7 (2017): verslag – CT – Iteratie 7
- Iteratie 6 (2016)): verslag – CT – Iteratie 6
- Iteratie 5 (2015): verslag – CT – iteratie 5
- Iteratie 4 (2014): verslag – CT – iteratie 4
- Iteratie 3 (2013): verslag – CT – iteratie 3
- Iteratie 2 (2012): verslag – CT – iteratie 2
- Iteratie 1 (2006 – 2010): Ronde tafel van 26 juni 2010
Conventionele radiologie, mammografie en interventionele radiologie
- Iteratie 4 (2018 – 2020) : verslag RX – iteratie 4
- Iteratie 3 (2015 – 2017) : verslag RX – iteratie 3
- Iteratie 2 (2011 – 2014) : verslag RX – iteratie 2
- Iteratie 1 (2006 – 2010) : Ronde tafel van 26 juni 2010
Nuttige links
- Europese Commissie: Radiation protection series publications
- International Commission on Radiological Protection – Publication 135
Contact
Contactgegevens: patientdose@fanc.fgov.be