De definitie van interventionele radiologie wordt gegeven in artikel 2 van het ARBIS.
Interventionele radiologie: het gebruik van beeldvormingstechnieken op basis van röntgenstralen, om het inbrengen en sturen van instrumenten in het lichaam te vergemakkelijken en zo een diagnose te kunnen stellen of een behandeling te kunnen uitvoeren.
In de toelichting bij deze definitie (verslag aan de koning) staat het volgende:
In de nieuwe definitie van "interventionele radiologie" is het woord "en" in "inbrengen en sturen" van belang voor een goed begrip. Hierdoor zal bijvoorbeeld het gebruik van fluoroscopie om de intredeplaats van een naald te bepalen in principe niet beschouwd worden als interventionele radiologie.
Welke specialismes vallen onder deze definitie?
Onder interventionele radiologie worden alle interventionele procedures verstaan, ongeacht het specialisme van de practicus die deze uitvoert (radioloog, cardioloog, orthopedist, chirurg, …).
Welke toestellen vallen onder deze definitie?
De definitie is niet afhankelijk van het toestel waarmee de handeling wordt gesteld maar wel van de aard van de procedure die uitgevoerd wordt. Het is echter wel zo dat bepaalde toestellen meer of minder uitgerust zijn om te gebruiken voor een interventionele procedure.
Welke procedures vallen onder interventionele radiologie?
Interventionele radiologie gaat over handelingen waarbij instrumenten in het lichaam worden ingebracht en gestuurd. Beide aspecten: inbrengen en sturen, moeten aanwezig zijn om te spreken over interventionele radiologie.
Kenmerkend is dat voor het inbrengen en sturen van deze instrumenten gebruik wordt gemaakt van dynamische beeldvorming.
Voorbeelden (niet-limitatief!)
Voorbeelden van interventionele radiologie:
- Percutane hart- en vaatprocedures:
- Hartkatheterisatie, PCI, ablatie, dilatatie, stenting, embolisatiie
- Angiografie
- Implantatie van pacemaker/defibrillator
- (T)(F)EVAR
- TAVI
- TIPS
- Percutane ingrepen in de pijnbestrijding
- Epidurale infiltraties
- Chordotomie
- Intraveneuze behandelingen
- Plaatsen, subcutaan tunnelen en fixeren van een epidurale, intrathecale of plexuscatheter
- Minimaal invasieve wervel-/rugprocedures
- Ballonkyphoplastie
- Vertebroplasty
- Endoscopie
- ERCP
- Tumorablatie of -embolisatie
- CT-geleide interventies waaronder biopsieën, drainages, …
- Plaatsen van een drainage katheter, feeding tubes, stoma
Er wordt meer en meer gezocht naar alternatieven voor röntgenstraling. Als bovenstaande procedures niet uitgevoerd worden onder begeleiding van röntgenstraling, maar bijvoorbeeld via echografie, vallen ze uiteraard buiten de definitie.
Voorbeelden van procedures die niet onder de definitie van interventionele radiologie vallen:
- Stationaire controleradiografie of -CT voor, tijdens of na een chirurgische procedure
- Borstbiopsie onder mammografische begeleiding
- Slikonderzoek, defaecografie, klysma, IVP, mictie-cysto-urethrogram, hysterosalpingografie
- Infiltraties in gewrichten en artrografie
- Bepalen van anatomische referentiepunten in de radiotherapie