Verschillende fasen
Radioactief afval
Risico’s verbonden aan ontmanteling
Ervaring
Definities
Wanneer de uitbating van een nucleaire inrichting wordt stopgezet, moet de inrichting op een veilige manier worden ontmanteld. Dat houdt in dat de aanwezige radioactieve stoffen en het radioactief afval moeten worden beheerd en afgevoerd, en dat radioactieve componenten en structuren moeten worden ontsmet, afgebroken en verwijderd. Uiteindelijk is het de bedoeling om te komen tot een site zonder radiologisch risico, die voor andere activiteiten kan worden gebruikt.
Op 1 oktober 2022 wordt de eerste van de 7 vermogensreactoren die ons land telt, definitief stilgelegd. Het gaat om Doel 3. Begin 2023 is Tihange 2 aan de beurt. De overblijvende reactoren stoppen hun elektriciteitsproductie allemaal in 2025, volgens de huidige planning.
©FANC
Ook tijdens de periode van ontmanteling blijft uitbater Electrabel verantwoordelijk voor de nucleaire veiligheid op de sites. De bevoegde autoriteit in België voor het beheer van radioactief afval is de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (NIRAS). Die instantie is dus ook nauw betrokken bij de ontmanteling van nucleaire inrichtingen.
Wat doet het FANC?
Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) ontwikkelt aangepaste reglementaire processen voor een veilig verloop van de ontmanteling en houdt toezicht op elke stap van het ontmantelingsproces – dat jaren in beslag zal nemen – om de veiligheid van de bevolking, de werknemers en het leefmilieu te garanderen. Gedurende de periode van ontmanteling zal het FANC, samen met zijn technisch filiaal Bel V, ook inspecties ter plaatse uitvoeren om ervoor te zorgen dat Electrabel de ontmantelingswerken op een veilige manier uitvoert.
Het FANC zal ook de stopzettingsmelding en de aanvraag voor de ontmantelingsvergunning van Electrabel reviewen. Daarnaast zal het FANC na de ontmanteling ook onafhankelijke metingen uitvoeren op de site om er zeker van te zijn dat er geen sporen van radioactiviteit meer aanwezig zijn.
Verschillende fasen
©FANC
Het buitenbedrijfstellingsproces bestaat uit 4 fasen:
1. Fase vóór de stopzetting van de activiteiten
Electrabel moet eerst een officiële ‘stopzettingsmelding’ bezorgen aan het FANC. Die melding markeert het begin van de buitenbedrijfstelling. De gebruikelijke activiteiten mogen intussen worden voortgezet, want die blijven op dat moment nog gedekt door de exploitatievergunning.
Deze eerste fase eindigt op de datum van stopzetting van de activiteiten (permanent shutdown).
2. Postoperationele fase (na stopzetting van de activiteiten)
Tussenin de stopzetting van de installatie en de goedkeuring van de ontmantelingsvergunning is er een overgangsperiode, de zogenaamde ‘fase na stopzetting van de activiteiten’. Deze fase blijft nog altijd gedekt door de exploitatievergunning en eindigt bij het begin van de ontmantelingsactiviteiten, die dan onder de ontmantelingsvergunning vallen.
In deze tweede fase wacht Electrabel dus nog op de ontmantelingsvergunning, maar mogen er wel al een aantal voorbereidende werkzaamheden voor de ontmanteling worden uitgevoerd. Die voorbereidende werkzaamheden en de bijhorende veiligheidsaspecten worden op voorhand al beschreven in de stopzettingsmelding. Het gaat onder andere om de verwijdering van de kernbrandstof en het bedrijfsafval en het spoelen en leegmaken van leidingen. Dergelijke werkzaamheden mogen gebeuren onder de exploitatievergunning, omdat het gaat om activiteiten die ook al worden uitgevoerd wanneer een reactor nog operationeel is. Voor alle echte ontmantelingsactiviteiten moet Electrabel echter wachten op de ontmantelingsvergunning. Sommige (administratieve) gebouwen die geen verband houden met de nucleaire activiteiten kunnen worden ontmanteld zonder een vergunning aan te vragen bij het FANC.
Fase 2 zal voor Doel 3 en Tihange 2 naar schatting 5 tot 6 jaar in beslag nemen. Op basis van de gegevens die tijdens deze voorbereiding worden verkregen, kan de ontmantelingsstrategie – die al in fase 1 wordt voorbereid – in detail worden uitgewerkt.
3. Ontmantelingsfase
Deze fase begint met de ontmantelingsactiviteiten, die onder de ontmantelingsvergunning vallen (en dus ten vroegste na de publicatie van de ontmantelingsvergunning bij Koninklijk Besluit).
De ontmantelingsfase omvat werkzaamheden voor de ontmanteling en verwijdering van de systemen, apparatuur en structuren van de faciliteit, met inbegrip van de delen van de faciliteit die als barrière voor de insluiting van radioactieve en gevaarlijke stoffen hebben gediend. Het geproduceerde conventionele en radioactieve afval wordt in kaart gebracht, geconditioneerd (ingesloten), beheerd en opgeborgen via de daarvoor vergunde instanties. Electrabel moet zorgen voor een rigoureuze controle van het afval (traceerbaarheid) tot aan de verwijdering ervan.
4. Eindfase van buitenbedrijfstelling
Deze fase begint wanneer het FANC de radiologische eindkarakterisering en het finale ontmantelingsrapport ontvangt. Op het einde van de ontmantelingswerken stelt Electrabel een finaal ontmantelingsrapport op dat de inventarissen bevat en een volledig overzicht geeft van de uitgevoerde ontmantelingsactiviteiten. Daarnaast moet Electrabel de resultaten van de radiologische karakterisering van de eindtoestand bezorgen aan het FANC, om aan te tonen dat de eindtoestand, zoals die was bepaald in de ontmantelingsvergunning, is bereikt.
Alvorens de site vrij te geven, controleert het FANC of de installaties en het terrein inderdaad vrij zijn van radioactieve besmetting. Dat doet het FANC via toezicht op de metingen van Electrabel en via eigen, onafhankelijke metingen. Daarna beslist het FANC over de opheffing van de ontmantelingsvergunning.
Daarbij zijn er 3 mogelijkheden:
- De controle wordt opgeheven en het terrein wordt onvoorwaardelijk vrijgegeven.
- Het terrein wordt voorwaardelijk vrijgegeven (bijvoorbeeld voor industrieel gebruik).
- De installatie wordt gedeclasseerd naar klasse II of III en krijgt een nieuwe exploitatievergunning of wordt opgenomen in een bestaande klasse II- of III-vergunning.
Radioactief afval
Een kerncentrale ontmantelen gaat onvermijdelijk gepaard met afval. Het gaat vooral om klassiek bouwafval, want slechts een klein gedeelte van het materiaal is radioactief. Meestal kan dat afval worden ontsmet en vrijgegeven, waarna het wordt hergebruikt of als klassiek afval wordt behandeld. De ervaring leert (bv. in Duitsland) dat slechts ongeveer 3 tot 5% van alle ontmantelde materialen als radioactief afval moeten worden behandeld en geborgen. Ongeveer 95 à 97% is niet radioactief of slechts licht verontreinigd en kan daarom als conventioneel afval worden gerecycled of verwijderd.
NIRAS beheert al het radioactief afval in België, maar het FANC houdt ook toezicht op de veiligheidsaspecten van het beheer en de verwerking van het afval. Niets verlaat de site in ontmanteling zonder dat het FANC precies weet om welk materiaal het gaat en waar het vandaan komt. Electrabel is zelf verantwoordelijk voor het meten van het stralingsniveau. Het FANC controleert de gebruikte methoden en voert inspecties uit.
Voor de opslag van de verbruikte splijtstof plant Electrabel de komende jaren nieuwe Spent Fuel Storage Facilities (SF²-project) op de sites van Doel en Tihange. Die gebouwen voor de tijdelijke opslag van verbruikte splijtstof blijven echter ter plaatse in afwachting van een definitieve oplossing voor het radioactieve afval van de B&C-categorieën (hoogradioactief en/of langlevend afval).
Risico's verbonden aan ontmanteling
Van zodra de reactor wordt stilgelegd en de verbruikte splijtstof is opgeslagen in containers, vermindert het risico voor de omgeving sterk. Verbruikte splijtstof vertegenwoordigt namelijk meer dan 99% van de radiologische inventaris van een kerncentrale. Van zodra die verwijderd is, daalt het radiologische risico dus drastisch. De tweede belangrijke daling komt er tijdens de eigenlijke ontmanteling, wanneer sterk radiologisch besmette materialen, zoals de interne delen van het reactorvat, worden verwijderd.
De belangrijkste resterende risico’s zijn industriële ongevallen en de blootstelling van de werknemers aan ioniserende straling tijdens de ontmantelingswerken. Hoewel de meest radioactieve componenten op afstand worden gedemonteerd, moeten sommige besmette componenten en materialen namelijk handmatig worden verwijderd.
Het FANC houdt toezicht op de veiligheid tijdens het hele proces van stillegging en ontmanteling. Het FANC voert zowel controles op papier als op het terrein uit. Dat gebeurt in de eerste plaats al via de vergunning. Tijdens het vergunningsproces wordt van elke geplande actie een risicoanalyse gemaakt en wordt de impact ervan bestudeerd. Vervolgens worden ter plaatse inspecties uitgevoerd om na te gaan of de getroffen veiligheidsmaatregelen aan de verwachtingen voldoen.
In een veiligheidsrapport over de ontmanteling moet Electrabel beschrijven hoe het de ontmanteling zal beheren. Welke technieken zullen worden gebruikt? Hoe zijn ze getest? Welke stralingsdosis krijgt het personeel? Wat kan er misgaan? Wat gebeurt er als een machine vastloopt of als er een stuk radioactief besmet materiaal uit valt? Tijdens de cruciale fasen van de ontmanteling zullen het FANC en zijn technisch filiaal Bel V ook ter plaatse controleren of alles volgens plan verloopt.
Ervaring
De ontmanteling van vermogensreactoren is nieuw voor ons land en het is een grote uitdaging, maar België heeft wel al verschillende ontmantelingen van andere nucleaire installaties uitgevoerd. Het FANC en zijn technisch filiaal Bel V hebben ervaring opgedaan door de verschillende ontmantelingsprojecten die sinds 2012 hebben plaatsgevonden (waaronder de ontmantelingsprojecten van FBFC International, Belgoprocess en Belgonucleaire, en de ontmanteling van onderzoeksreactoren zoals Thetis in Gent en de BR3 van het SCK).
Het is altijd de exploitant die verantwoordelijk is voor de gekozen strategie (rekening houdend met internationale ervaringen). De uitbater moet dan tegenover het FANC verantwoorden waarom de gekozen technieken, strategieën en maatregelen het meest geschikt zijn voor de uit te voeren operaties. Het FANC van zijn kant volgt de projecten in het buitenland en wisselt met zijn internationale tegenhangers ervaringen uit over de lopende ontmantelingsprojecten.
- Voor meer info en details over de verschillende fasen en de veiligheidsvereisten van het FANC: https://fanc.fgov.be/nl/professionelen/nucleaire-inrichtingen-klasse-i/stopzetting-van-de-activiteiten-en-ontmanteling.
Definities
Buitenbedrijfstelling
Het geheel van technische en administratieve verrichtingen die ondernomen worden om een einde te stellen aan activiteiten die in een inrichting vergund werden en om aan de inrichting of aan een gedeelte ervan een andere bestemming, al dan niet onderworpen aan de reglementering betreffende de stralingsbescherming en de nucleaire veiligheid, te geven. De buitenbedrijfstelling omvat de volgende fases: de beslissing tot stopzetting van de activiteiten, de eigenlijke stopzetting, de al of niet uitgestelde ontmanteling en de herindeling van de inrichting of installaties ervan in overeenstemming met het algemeen reglement.
Ontmanteling
Het geheel van technische verrichtingen als element van de buitenbedrijfstelling, waarbij de installatie gedemonteerd wordt en de uitrustingen, structuren en componenten verwijderd en/of ontsmet worden voor vrijgave, hergebruik, recyclage of voor behandeling als radioactief afval. De ontmanteling zelf kan in meerdere fases gebeuren, met vermelding van specifieke hold points tussen deze fasen; en ze wordt afgerond met de activiteiten voor de karakterisering van de eindtoestand