De radiologische meetcel van het Nationaal Crisiscentrum heeft dinsdag meetapparatuur uitgetest, die bij toekomstige radiologische noodsituaties zal worden ingezet om een snellere inschatting te kunnen maken van de impact op bevolking en leefmilieu. Nu worden grote radioactief besmette gebieden al in kaart gebracht via helikoptermetingen, die hun nut bewijzen bij het screenen van grote gebieden. Door in de toekomst drones in te schakelen, zullen ook kleinere gebieden, zoals specifieke percelen of bijvoorbeeld landbouwgronden, sneller in kaart kunnen worden gebracht.
De meetcel werkt onder coördinatie van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en bestaat uit een aantal technische en logistieke partners, waaronder de Civiele Bescherming, Defensie, het nucleair onderzoekscentrum SCK CEN, het Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE) en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). In radiologische noodsituaties levert de meetcel (CELMES) gegevens aan voor de evaluatiecel (CELEVAL), die de meetgegevens vervolgens interpreteert en op basis daarvan adviezen formuleert om bevolking en leefmilieu te beschermen tegen de mogelijke radiologische impact.
Twee partners van de meetcel, de Civiele Bescherming enerzijds en SCK CEN anderzijds, hebben dinsdag allebei een oefening met drones uitgevoerd. Voor de test hebben ze een site nodig waar er effectief meetbare radioactiviteit aanwezig is, om de technische capaciteiten van hun toestellen en de interpretatie van meetgegevens te verbeteren. Ze zijn eerst te voet over de site gegaan, met dezelfde detector die nadien aan de drone wordt gehangen. Op die manier kunnen ze verifiëren of de gemeten radioactiviteitswaarden vanop de grond en in de lucht overeenstemmen. Umicore stelt zijn site in Olen graag ter beschikking voor de dronemetingen van vandaag. Het gekozen terrein is historisch radiologisch verontreinigd, door de vroegere radiumproductie van het voormalige Union Minière. Een bijkomend voordeel is dat de meetgegevens van de testvlucht achteraf ook bruikbaar zullen zijn in het kader van de toekomstige sanering van het terrein.
Geert Biermans, hoofd van de dienst Radiologisch Toezicht op het Grondgebied van het FANC: “Het grote voordeel van de dronemetingen is dat je veel gerichter kan gaan werken. Je moet niet overal in het betrokken gebied mensen ter plaatse sturen, je kan de bodemstalen beperken tot die gebieden waar de dronemetingen hebben uitgewezen dat er effectief sprake is van verhoogde concentraties van radioactiviteit die mogelijk een risico inhouden voor de bevolking. Door het terrein op voorhand te screenen, kan je de menselijke middelen dus veel efficiënter inzetten.”
Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden, die de voogdij heeft over zowel het FANC als het Nationaal Crisiscentrum en de Civiele Bescherming, staat volledig achter het project: “In de eerste plaats werken we uiteraard preventief, maar we moeten ons daarnaast continu en zo goed mogelijk voorbereiden op potentiële nucleaire en radiologische crisissituaties. Dergelijke innovatieve projecten en transversale samenwerkingen met het oog op een betere bescherming van bevolking en leefmilieu genieten dan ook mijn volle steun.”
Foto: ©FANC