1. Basisopleiding: gebruik van toestellen en ingekapselde radioactieve producten in het kader van de radiotherapie (artikel 76 van het besluit medische blootstellingen)
Deze opleiding dient van universitair niveau te zijn en omvat ten minste 120 uur theorie en 80 uur praktische oefeningen. De opleiding behandelt de volgende onderwerpen:
- de kernfysica;
- de methodes voor het meten van ioniserende stralingen;
- de radiotoxicologie voor toestellen en ingekapselde bronnen in de radiotherapie;
- de radiobiologie voor toestellen en ingekapselde bronnen in de radiotherapie;
- de stralingsbescherming;
- de Belgische wetgeving inzake stralingsbescherming;
- de rechtvaardiging en optimalisatie van de aangewende handelingen;
- de dosimetrie voor toestellen en ingekapselde bronnen in de radiotherapie;
- de kwaliteitsborging en ‑beheersing.
De opleiding besteedt een bijzondere aandacht aan de medische blootstellingen van minderjarigen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
De artsen die vóór 1 juli 1994 werden erkend als arts-specialist in de radiotherapie of radio- en radiumtherapie, worden geacht aan de hiervoor beschreven opleidingsvereisten te hebben voldaan.
2. Basisopleiding: gebruik van niet-ingekapselde radioactieve producten in het kader van de radiotherapie (artikel 79 van het besluit medische blootstellingen)
Deze opleiding dient eveneens van universitair niveau te zijn, en omvat ten minste 40 uur theorie en 30 uur praktische oefeningen. De opleiding omvat de volgende onderwerpen:
- de radiochemie;
- de radiofarmacie;
- de radiotoxicologie voor niet-ingekapselde bronnen voor therapeutische doeleinden;
- de radiobiologie voor niet-ingekapselde bronnen voor therapeutische doeleinden;
- de rechtvaardiging en optimalisatie van de aangewende handelingen;
- de interne dosimetrie voor niet-ingekapselde bronnen voor therapeutische doeleinden;
De opleiding besteedt een bijzondere aandacht aan de medische blootstellingen van minderjarigen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.