Artikel 18.1 van het ARBIS stelt dat de verwijdering van radioactieve afvalstoffen afkomstig van een ingedeelde inrichting, die niet beantwoorden aan de vrijgaveniveaus en voorwaarden vastgesteld in ARBIS bijlage IB, het voorwerp dient te zijn van een vergunning van het FANC. Deze mogelijkheid wordt kortweg ook wel “voorwaardelijke vrijgave” genoemd en is consistent met de Europese richtlijn 2013/59/Euratom (BSS). De mogelijkheid van een dergelijke voorwaardelijke vrijgave past in een graded approach voor het beheer van radioactieve afvalstoffen en kan overwogen worden indien het voldoende veilig is en als er geen redelijke alternatieven zijn zoals hergebruik of vervalopslag.
In 2016 heeft het FANC een nota ontwikkeld voor intern gebruik met daarin verwachtingen voor de beoordeling van een aanvraag tot voorwaardelijke vrijgave van vaste radioactieve afvalstoffen en opname daarvan in een deponie voor gevaarlijke afvalstoffen. Naar aanleiding van de wijzigingen van artikel 18 van het ARBIS die in 2020 werden gemaakt en naar aanleiding van de ervaringen van de laatste jaren met de behandeling van artikel 18 aanvragen, werd recentelijk een revisie ontwikkeld van de betreffende verwachtingen.
Deze nota kan worden gebruikt door zowel uitbaters die een artikel 18 aanvraag voorbereiden als ook de medewerkers van het FANC die dit soort aanvragen behandelen. De nota geeft verwachtingen ten aanzien van de benodigde elementen van een aanvraag voor voorwaardelijke vrijgave en de informatie die daarvoor nodig is met betrekking tot de deponie. De nota geeft in het bijzonder diverse specifieke verwachtingen voor wat betreft de impactstudies die nodig zijn om aan te tonen dat er voldoende garanties zijn voor de veiligheid en bespreekt de basis waarop de resultaten van die studies worden beoordeeld.
>> Raadpleeg de nota