Medische stralingsfysica: FAQ

1. Kan een dienst voor medische stralingsfysica opgericht worden op niveau van het ziekenhuisnetwerk?

Elke exploitant van een inrichting met medisch-radiologische installaties moet een dienst voor medische stralingsfysica oprichten, uitgezonderd exploitanten van inrichtingen van klasse III die niet beschikken over een toestel voor computertomografie of een toestel voor interventionele radiologie1.

De exploitant is dé rechtspersoon die - voor het FANC - verantwoordelijk is voor de inrichting en aan wie – door het FANC - de exploitatievergunning werd verleend. Dit is dus niet een ziekenhuisnetwerk waarbinnen verschillende exploitanten samenwerken.

Het is wel mogelijk dat verschillende exploitanten van één ziekenhuisnetwerk een gemeenschappelijke dienst voor medische stralingsfysica inrichten.

1 Interventionele radiologie: het gebruik van beeldvormingstechnieken op basis van röntgenstralen, om het inbrengen en sturen van instrumenten in het lichaam te vergemakkelijken en zo een diagnose te kunnen stellen of een behandeling te kunnen uitvoeren (ARBIS artikel 2 3°) 

2. Kan een exploitant een dienst voor medische stralingsfysica oprichten voor radiotherapie, en een aparte dienst voor radiologie en nucleaire geneeskunde?

Neen. Eén exploitant moet één dienst voor medische stralingsfysica inrichten, belast met de organisatie van de medische stralingsfysica binnen alle medisch-radiologische installaties en inrichtingen die hij uitbaat.

Binnen de dienst voor medische stralingsfysica kunnen wel zg. sub-diensten of teams worden opgericht, met aan het hoofd een teamleider of adjunct aan wie het hoofd van de dienst bepaalde taken kan delegeren. Op die manier krijgt het hoofd van de dienst hulp en ondersteuning, zeker in de domeinen waarvoor hij zelf geen erkenning medische stralingsfysica heeft.

3. Kunnen erkende deskundigen radiotherapie van een dienst voor medische stralingsfysica van  exploitant A, taken medische stralingsfysica uitvoeren in installaties/inrichtingen radiotherapie uitgebaat door exploitant B?  

Ja, maar dan maken ze ook deel uit van de dienst voor medische stralingsfysica van exploitant B. Een dienst voor medische stralingsfysica kan zijn taken immers enkel en alleen uitvoeren binnen de installaties/inrichtingen die toebehoren aan zijn exploitant. Alternatief is dat beide exploitanten één gemeenschappelijke dienst voor medische stralingsfysica oprichten.

4. Kan een dienst voor medische stralingsfysica twee hoofden hebben?

Neen. Aan een dienst voor medische stralingsfysica staat één enkel hoofd.  Eén hoofd betekent één aanspreekpunt, één informatie- en communicatiekanaal, één visie.

Binnen de dienst voor medische stralingsfysica kunnen wel zg. sub-diensten of teams worden opgericht, met aan het hoofd een teamleider of adjunct aan wie het hoofd van de dienst bepaalde taken kan delegeren. Op die manier krijgt het hoofd van de dienst hulp en ondersteuning, zeker in de domeinen waarvoor hij zelf geen erkenning medische stralingsfysica heeft.

5. Kan één persoon zowel het hoofd van de dienst voor fysische controle zijn als het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica?

Ja, één persoon kan zowel het hoofd van de dienst voor fysische controle zijn als het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica, op voorwaarde dat dit haalbaar is en blijft in de praktijk, zowel naar taken en verantwoordelijkheden toe als naar permanente vorming. Desondanks dit een zeer uitdagende job is, biedt deze ook het voordeel dat er een optimale samenwerking tussen beide domeinen tot stand komt.

6Welke taken komen op de schouders van het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica?

De kerntaak van het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica is de coördinatie en organisatie van de goede uitvoering van de opdracht toegewezen aan zijn dienst: de organisatie van de medische stralingsfysica binnen de inrichting, met inbegrip van de identificatie van de middelen, noodzakelijk om te voldoen aan alle reglementaire eisen inzake medische stralingsfysica enerzijds en aan de doelstellingen van de inrichting in het domein van de medische stralingsfysica anderzijds (zoals bijvoorbeeld onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, optimalisatieprojecten, ...).

Het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica moet aldus op geregelde tijdstippen overleg plegen met de betrokken artsen-diensthoofd van de diensten waar erkende deskundigen in de medische stralingsfysica tussenkomen, en met de hoofdarts.

Het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica moet er ook voor zorgen dat voor elke medisch-radiologische uitrusting en proces erkende deskundigen in elk van de noodzakelijke bevoegdheidsdomeinen betrokken worden.

Daarnaast is het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica er voor verantwoordelijk dat elke medisch-radiologische uitrusting en elk medisch-radiologisch proces door een erkende deskundige in de medische stralingsfysica schriftelijk wordt vrijgegeven vóór het eerste klinisch gebruik al dan niet onder beperkende voorwaarden nadat de in ontvangst name en indienststellings-procedures afgerond zijn, en dat het hoofd van de dienst voor de fysische controle hiervan onmiddellijk op de hoogte wordt gesteld.

7. Hoeveel tijd zal het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica besteden aan zijn opdracht?

Of het hoofd daadwerkelijk 80% van zijn werktijd moet besteden aan zijn opdrachten, zal afhangen van de grootte van de inrichting en van de dienst voor medische stralingsfysica, of er al dan niet op verschillende sites wordt gewerkt, of het om een gemeenschappelijke dienst gaat voor meerdere inrichtingen van verschillende exploitanten of niet, enz.

8. Wie wordt er bedoeld met de “exploitant”?

Het begrip "exploitant" is gedefinieerd in de FANC-wet als “elke natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de inrichting onderhevig aan de vergunnings- of aangifteplicht overeenkomstig de bepalingen die voortvloeien uit artikel 17”.

Kortom, de exploitant is de persoon aan wie de exploitatievergunning werd verleend.

9. Het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica moet “rechtstreeks afhangen van de exploitant waar hij/zij werknemer van is”. Wat betekent dat in de praktijk?

Dit betekent dat het hoofd van de dienst toegang moet hebben tot het beslissingsniveau. In het organigram dient aldus voorzien te zijn dat het hoofd van de dienst een rechtstreekse lijn heeft naar de exploitant. Dit om zijn/haar onafhankelijkheid te garanderen.

10. Kan een arts die door een samenwerkingsovereenkomst verbonden is met het ziekenhuis  (zelfstandig statuut) hoofd worden van de dienst voor medische stralingsfysica?

Neen, het hoofd van de dienst moet immers werknemer zijn van de exploitant.

Waar wij in onze regelgeving verwijzen naar werknemer, heeft dit een specifieke bedoeling: we wensen dat er een rechtstreekse relatie is naar de exploitant.

11. Bestaan er “minimale voorwaarden” waaraan het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica moet voldoen?

Het Besluit medische blootstellingen voorziet dat “indien er een erkende deskundige in de medische stralingsfysica deel uitmaakt van het personeel van de exploitant, deze de leiding van de dienst voor medische stralingsfysica op zich zal nemen”.

In het andere geval wordt “de leiding van de dienst toevertrouwd aan een werknemer die een minimaal equivalente opleiding heeft genoten als een gemachtigde voor een inrichting van klasse III. Voor een inrichting van klasse II dient deze persoon aanvullend een opleiding van 10u gevolgd hebben, waarbij bijzondere aandacht besteed wordt aan het gebruik van radioactieve producten in de nucleaire geneeskunde”. Een arts-specialist in de nucleaire geneeskunde die door het Agentschap werd vergund voor het gebruik van radioactieve producten voor medische doeleinden, wordt bv. geacht aan deze opleidingsvoorwaarden te hebben voldaan en zou de leiding van de dienst voor medische stralingsfysica op zich kunnen nemen indien hij een werknemer is van de exploitant.

Met het oog op een optimale organisatie en coördinatie van de activiteiten van de dienst medische stralingsfysica, zal het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica op geregelde tijdstippen overleg dienen te plegen met de betrokken artsen-diensthoofd en met de hoofdarts. Hij/zij zal dus idealiter over uitstekende communicatieve en organisatorische kwaliteiten dienen te beschikken.

12. Wat wordt er bedoeld met de dubbele afhankelijkheid (functioneel versus hiërarchisch) van de erkende deskundigen in de medische stralingsfysica?

De functionele leiding van de erkende deskundigen in de medische stralingsfysica ligt bij de artsen-diensthoofd van de medische diensten waar de erkende deskundigen taken medische stralingsfysica uitvoeren en waar zij nauw en goed samenwerken met de artsen en met de andere leden van het medische team ten behoeve van de patiënt.

Formeel staan de artsen-diensthoofd echter niet boven de erkende deskundigen in de medische stralingsfysica die zij aansturen. Het feit dat de Europese BSS Richtlijn 2013/59/Euratom de verantwoordelijkheid voor de dosimetrie ondubbelzinnig bij de erkende deskundige in de medische stralingsfysica legt, maakt immers dat die erkende deskundige binnen zijn bevoegdheid onafhankelijk moet kunnen optreden. Dit vraagt bijgevolg om een duidelijke verticale hiërarchische indeling op ziekenhuisniveau, waarbij de erkende deskundigen in de medische stralingsfysica hiërarchisch rapporteren aan het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica. Artsen-diensthoofd zullen over de prestaties van de erkende deskundige(-n) in de medische stralingsfysica die zij aansturen  kunnen rapporteren aan het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica. Dit is evenzeer van toepassing op externe erkende deskundigen in de medische stralingsfysica.

13. Waar eindigt de verantwoordelijkheid van het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica, en begint de verantwoordelijkheid van de individuele deskundigen in de medische stralingsfysica?

Het hoofd is verantwoordelijk voor de organisatie van de medische stralingsfysica in de inrichting, zodat aan alle reglementaire eisen inzake medische stralingsfysica voldaan is, ook in die diensten die traditioneel minder ervaring hebben met medische stralingsfysica, zoals bijvoorbeeld de dienst cardiologie of heelkunde.

De individuele erkende deskundigen in de medische stralingsfysica blijven  verantwoordelijk voor de eigen taken, beschreven in het Besluit medische blootstellingen en de bijhorende technische reglementen. Zij kunnen deze taken niet  afwentelen op het diensthoofd medische stralingsfysica.

14. Hoe kan het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica betrokken worden in het optimalisatieproces?

Het hoofd kan op zijn niveau betrokken worden bij het optimalisatieproces, door de bv. de coördinatie op zich te nemen van de verschillende optimalisatie initiatieven en in het bijzonder van de dienstoverschrijdende optimalisatie projecten, bv. wanneer verschillende diensten dezelfde medisch-radiologische  uitrustingen gebruiken, of in het geval van hybride uitrustingen.

15. Moet de dienst voor medische stralingsfysica beschikken over interne deskundigen medische stralingsfysica in de drie bevoegdheidsdomeinen?

Neen, de dienst voor medische stralingsfysica is weliswaar intern en maakt altijd deel uit van de organisatie van de exploitant, maar deze laatste heeft wel de keuze om ofwel interne deskundigen aan te werven, ofwel externe deskundigen aan te duiden voor de uitvoering van bepaalde taken medische stralingsfysica. Dit moet duidelijk omschreven worden in het organigram van de dienst.

16. Wanneer moet de dienst voor medische stralingsfysica operationeel zijn?

De oprichting van de dienst voor medische stralingsfysica voor inrichtingen met één of meerdere installaties voor radiotherapie, werd uitgesteld naar 1 oktober 2021. Zo willen we de ziekenhuizen na de Covid-19 crisis de nodige tijd geven om een voorstel uit te werken.

Alle andere inrichtingen met medisch-radiologische installaties moeten uiterlijk drie jaar na publicatie van het Besluit medische blootstellingen een dienst voor medische stralingsfysica opgericht hebben,  met name vóór 20/02/2023.

17. Hoe gaat het Agentschap de goede werking van de dienst voor medische stralingsfysica controleren?

Het is wettelijk bepaald dat het FANC toezicht zal houden op de goede werking van de diensten voor medische stralingsfysica. Dit zal gebeuren via inspecties.

18. Hoe gaat het Agentschap de diensten voor medische stralingsfysica goedkeuren?

Het Agentschap heeft een technisch reglement gepubliceerd dat de modaliteiten beschrijft voor de omschrijving van de organisatie van de medische stralingsfysica in de aanvraag van de exploitatievergunning van de inrichting. In die omschrijving zullen een aantal processen dienen worden beschreven, met betrekking tot de verwezenlijking van bepaalde taken en reglementaire vereisten. Die processen zullen belangrijke criteria zijn voor de beoordeling van de diensten.

19. Kunnen inrichtingen zonder installaties voor radiotherapie op een later tijdstip aansluiten bij een reeds bestaande gemeenschappelijke dienst voor medische stralingsfysica?

Ja, dat kan. Maar elke gemeenschappelijke dienst moet voorafgaandelijk goedgekeurd worden door het FANC.

20. Is het mogelijk om de functie  “hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica” louter als een coördinatiefunctie te beschouwen?

Het feit dat de Europese BSS Richtlijn 2013/59/Euratom de verantwoordelijkheid voor de dosimetrie ondubbelzinnig bij de erkende deskundige in de medische stralingsfysica legt, maakt dat die erkende deskundige binnen zijn bevoegdheid onafhankelijk moet kunnen optreden. Dit vraagt bijgevolg om een duidelijke verticale hiërarchische indeling op ziekenhuisniveau, waarbij de erkende deskundigen in de medische stralingsfysica inderdaad hiërarchisch rapporteren aan het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica. Deze rechtstreekse lijn zorgt er voor dat zaken onmiddellijk kunnen aangekaart worden met het hoofd van de dienst voor medische stralingsfysica, die op zijn beurt rechtstreeks toegang heeft tot de exploitant die uiteindelijk verantwoordelijk is voor de inrichting(-en) die hij uitbaat, en dat die communicatie en opvolging niet via andere personen zoals bv. de functionele lijn hoeft te verlopen.

21. Indien de exploitant erkende deskundigen stralingsfysica onder zijn werknemers telt die niet “beschikbaar” zijn om de leiding van de dienst op zich te nemen, mag de leiding van de dienst  in dit geval toevertrouwd worden aan iemand die de vereiste opleiding in de stralingsbescherming heeft genoten? 

Het antwoord is negatief.

22. Mogen ziekenhuizen zonder dienst radiotherapie nu al een gemeenschappelijke dienst medische stalingsfysica oprichten, maar die pas laten goedkeuren door het FANC tegen de wettelijke deadline, dat is vóór 20/02/2023?

De dienst is pas te beschouwen als een gemeenschappelijke dienst voor medische stralingsfysica vanaf het moment van de goedkeuring door het FANC.

23. Kan een bestuurder van het ziekenhuis optreden als exploitant? Zijn alle leden van de directieraad mogelijke natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor de inrichting?

De KBO verwijst dikwijls naar de namen van alle bestuurders, en dat is geen 1 op 1 relatie met de exploitant.

De leden van de directieraad kunnen optreden in naam van de exploitant, in de mate dat ze daartoe door de statuten van de inrichting nominatief gemachtigd werden. Dit wordt best nagegaan voor elk lid afzonderlijk.

24. Moeten er nominatieve gegevens vermeld worden in de beschrijving van de organisatie van de medische stralingsfysica?

Neen, uitgezonderd voor het hoofd van de dienst, volstaat het om aantallen FTE’s door te geven, aanduiding interne of externe deskundigen  enz. Het is bv. ook voldoende dat er aangeduid wordt welke “organisatie/firma” de wachtrol op zich neemt in de nucleaire geneeskunde, zonder de namen van de individuele deskundigen op te geven.

 

Laatst aangepast op: 14/02/2023