Radiologische situatie in België in 2024 onder controle, met blijvende aandacht voor historisch belaste sites

Samenvatting resultaten radiologisch toezicht 2024

 

De grote nucleaire installaties in ons land en een aantal universiteiten en universitaire ziekenhuizen mogen onder strikte voorwaarden beperkte hoeveelheden radioactiviteit lozen. Die lozingen bestaan uit gasvormige of vloeibare ‘effluenten’ en bevatten slechts zeer lage concentraties radioactieve stoffen. De lozingen gebeuren binnen een streng regelgevend kader en worden continu opgevolgd, zowel door de uitbater van de installatie als door de overheid. Het FANC publiceert zijn meetgegevens jaarlijks in een informatierapport, samen met de resultaten van zijn radiologisch toezicht op het leefmilieu.

Meetresultaten 2024

De grote nucleaire installaties bleven vorig jaar allemaal onder de lozingslimieten die in hun vergunningen zijn opgenomen. De lozingen hadden dan ook geen impact op mens en milieu.

Ook de uitbaters van andere installaties die met belangrijke hoeveelheden radioactieve stoffen werken, zoals universiteiten en universitaire ziekenhuizen, leverden in 2024 inspanningen om hun lozingen te beperken. De zeldzame incidenten die zich voordeden – voornamelijk door een technisch probleem of menselijke fout – hadden dankzij de getroffen preventieve maatregelen een verwaarloosbare impact op werknemers, bevolking en leefmilieu. De productie van koolstof-11 (C-11) blijkt al meerdere jaren op rij de meest voorkomende bron van onbedoelde lozingen in de atmosfeer. Koolstof-11 wordt gebruikt bij PET-scans, voor de opsporing van kanker.

Voor het radiologisch toezicht op het leefmilieu werden in 2024 in totaal 21.841 radiologische analyses uitgevoerd op 3.945 stalen, afkomstig uit rivieren, de Noordzee, sedimenten, bodem, lucht, fauna en flora, en de voedselketen. Uit de analyses blijkt dat de mate van radioactieve besmetting zeer laag is. In de meeste gevallen lagen de radioactiviteitswaarden zelfs onder de detectielimiet van de meetinstrumenten. Hoewel er regelmatig sporen van kunstmatige radioactiviteit worden waargenomen, is de natuurlijke radioactiviteit overal dominant en liggen de concentraties van kunstmatige radionucliden* duidelijk lager.  

Female scientist conducting analysesHet FANC controleert daarnaast drinkwater, melk en voedingsproducten in België en stelt ook daar geen enkele invloed vast van nucleaire installaties op ons voedsel.

Aandachtspunten

Hoewel de algemene radiologische situatie in België aan alle eisen voldoet, blijft het hydrografisch netwerk Laak-Winterbeek-Nete-Schelde een aandachtspunt. In dat gebied is sprake van een verhoogde belasting met zowel kunstmatige als natuurlijke radioactiviteit (waaronder vooral radium-226), deels versterkt door menselijke activiteit. De Grote Laak en Winterbeek zijn intussen grotendeels gesaneerd of bevinden zich in de laatste saneringsfase. In 2016 startte de OVAM in samenwerking met het FANC een beschrijvend bodemonderzoek van de Grote Nete om de situatie in en langs de rivieroevers verder in kaart te brengen.

Om historische redenen vertonen bepaalde inrichtingen in de regio Mol-Dessel, zoals afvalverwerkingsbedrijf Belgoprocess, lichte maar toch meetbare radiologische effecten op het milieu. Dat geldt ook voor de regio Tessenderlo, waar de voormalige fosfaatindustrie in het verleden radioactieve stoffen loosde, en voor de regio Olen, waar vroeger radium werd geproduceerd. Het FANC volgt die regio’s dan ook aandachtig op. Dankzij de wet van 20 november 2022 betreffende het beheer van bodems verontreinigd door radioactieve stoffen kan het FANC nu indien nodig ook verantwoordelijken voor de sanering van die gebieden aanduiden.  

*Radionucliden zijn atomen met een instabiele atoomkern die radioactieve straling uitzenden tijdens hun vervalproces. Ze vervallen op termijn tot andere, uiteindelijk stabiele, atomen.

>> Lees het volledige rapport