FANC lanceert campagne rond de risico's van bestraling tijdens de zwangerschap

“Bent u mogelijk zwanger? Vermijd dan straling!”
Met die boodschap trekt het FANC naar de huisartspraktijken

Beeldvorming speelt een grote rol in de moderne geneeskunde. Het is echter belangrijk om patiënten niet onnodig bloot te stellen aan ioniserende straling. Het gepaste gebruik van medische beeldvorming is dan ook het onderwerp van een Europese communicatiecampagne gelanceerd door HERCA, de koepel van stralingsbeschermingsoverheden waarvan ook het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) deel uitmaakt. In België ligt de focus op zwangere vrouwen. De campagne richt zich tot verwijzende artsen, die toekomstige moeders kunnen informeren aan de hand van affiches en flyers.

Bij sommige medische onderzoeken zoals radiografie en CT-scans wordt straling gebruikt. Artsen wegen de voordelen van zulke onderzoeken altijd af tegen de mogelijke gevolgen van de straling, zeker bij baby’s en kinderen. Die doelgroep is namelijk veel gevoeliger voor de gevolgen van straling dan volwassenen.

“Spreek voor je baby en praat met je dokter over de risico’s van een bestraling tijdens de zwangerschap.” Met die boodschap wil het FANC vrouwen aansporen om hun dokter altijd te informeren over een (mogelijke) zwangerschap. Bij dit luik van de campagne richt het FANC zich niet enkel tot de patiëntes zelf, maar ook tot hun huisartsen. Zij spelen immers een belangrijke rol in de beperking van het risico op een bestraling van ongeboren baby’s.

Mogelijke risico's

Blootstelling aan ioniserende straling kan het risico op de ontwikkeling van kanker verhogen. De kans op nadelige effecten van ioniserende straling bij onderzoeken met medische beeldvorming is erg klein, maar toch blijft het belangrijk om voorzichtig om te springen met ioniserende straling. Hoe groter de ontvangen stralingsdosis, hoe groter het risico op nadelige effecten. Bovendien is de kans op nadelige effecten als gevolg van ioniserende straling cumulatief. Dat betekent dat het risico op nadelige effecten groter wordt naarmate men meer wordt bestraald. Onnodige herhaling van onderzoeken moet dan ook worden vermeden.

Blootstelling aan ioniserende straling heeft niet noodzakelijk of automatisch schadelijke gevolgen voor een ongeboren kind, maar embryo’s en foetussen zijn er wel gevoeliger voor dan volwassenen. Daarom is het belangrijk om elke vorm van ioniserende straling tijdens de zwangerschap te vermijden of, als een onderzoek medisch noodzakelijk is, de hoeveelheid straling tot een minimum te beperken.

Het is dus heel belangrijk dat vrouwen spontaan aan de arts of verpleegkundige vertellen dat ze (mogelijk) zwanger zijn, vooraleer ze een medisch onderzoek ondergaan waarbij gebruik wordt gemaakt van ioniserende straling. De arts treft dan de nodige voorzorgsmaatregelen. Als de medische context het toelaat, kan de arts het onderzoek uitstellen of vervangen. Vrouwen die zwanger zijn en al een radiologisch onderzoek hebben laten uitvoeren, kunnen dat het best melden aan hun behandelende arts of radioloog. Die kan de nodige informatie verzamelen om hen correct te informeren over de mogelijke effecten voor het ongeboren kind. De dosis die een embryo of foetus ontvangt tijdens de gangbare diagnostische procedures, blijft gelukkig beperkt.

Steeds meer meldingen van bestraling van ongeboren baby’s

Er komen steeds vaker meldingen van dergelijke zogenaamde ‘accidentele blootstellingen’ van ongeboren kinderen. In 2017 kreeg het FANC in totaal 3 meldingen binnen, in 2018 ging het om 7 meldingen en in 2019 waren dat er tot nu toe 15. Die cijfers betekenen niet dat er meer incidenten gebeuren, wel dat er een groter bewustzijn is in de medische sector om dergelijke voorvallen te melden.

De afgelopen jaren leverde het FANC belangrijke inspanningen voor de bewustmaking rond dat thema, via sensibiliseringscampagnes, rondetafels, infosessies en symposia. Op 31 januari 2019 kwam er uiteindelijk een wettelijke verplichting om significante incidenten te melden aan het FANC.

Bij een melding van een accidentele blootstelling van ongeboren kinderen, doet het FANC aanbevelingen voor verbeteracties om dergelijke incidenten zoveel mogelijk te voorkomen en de nazorg na het incident zo vlot mogelijk te laten verlopen. De aanbevelingen betreffen onder meer de vraagstelling vóór het onderzoek of de behandeling en de inschatting van de dosis voor het ongeboren kind. Daarnaast beveelt het FANC aan dat de verantwoordelijke arts de zwangere patiënte, haar huisarts en haar gynaecoloog op de hoogte brengt van het incident en dat het ziekenhuis een contactpersoon aanduidt bij wie de zwangere vrouw, haar huisarts en haar gynaecoloog terechtkunnen met vragen.

Meer info:

- HERCA-campagne
- FANC-campagne rond zwangerschap
- Campagnefilmpje FANC