In België worden er jaarlijks ongeveer 400 000 colli met radioactieve stoffen over ons grondgebied vervoerd, wat neerkomt op circa 40 000 transporten.
Een aantal van deze radioactieve stoffen komt uit het buitenland, maar is wel bestemd om in België in diverse sectoren te worden gebruikt: industrie, onderzoek, geneeskunde, kerncentrales, …. Deze stoffen worden dus in België ingevoerd en dit moet conform de nationale Belgische en de Europese regelgeving gebeuren.
De Belgische bepalingen werden in het koninklijk besluit van 24 maart 2009 tot regeling van de invoer, de doorvoer en de uitvoer van radioactieve stoffen vastgelegd.
Het algemene principe bestaat erin dat de invoer enkel door een geregistreerde invoerder mag gebeuren, tenzij hij hiervan werd vrijgesteld en dat er voor een aantal invoercategorieën een voorafgaande vergunning vereist is: invoer van ingekapselde bronnen, invoer van splijtstoffen en uitvoer voor behandeling, doorvoer van afval en bestraalde splijtstof.
Daarnaast moet het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) er ook van op de hoogte worden gebracht wanneer er een invoer heeft plaatsgehad (meldings- of rapporteringsplicht).
Deze bepalingen zijn gebaseerd op de bestaande regelgeving, met name de Europese Verordening nr. 1493/93 van de Raad van 8 juni 1993 betreffende de overbrenging van radioactieve stoffen tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Europese Richtlijn 2006/117/EURATOM betreffende toezicht en controle op overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof.