Onder lozing wordt verstaan : de emissie of de uitstoot van bepaalde stoffen afkomstig van een installatie in de atmosfeer, het oppervlaktewater of, in sommige gevallen, in de grond. Over het algemeen worden er door industriële activiteiten verschillende, al dan niet radioactieve stoffen geproduceerd. Onder bepaalde strikte voorwaarden (die met name verband houden met de bescherming van de werknemers, de bevolking en het leefmilieu) mogen deze bijproducten in het leefmilieu in de vorm van vloeibare of gasvormige lozingen worden uitgestoten.
De exploitant is verplicht om de impact van deze lozingen, en in het bijzonder van de radioactieve lozingen, tot een zo laag mogelijk niveau te beperken. Hij moet bij een vergunningsaanvraag voor de exploitatie van een nucleaire installatie, een milieu-impactstudie over de radiologische gevolgen van deze effluenten op het leefmilieu en de gezondheid van de bevolking kunnen voorleggen. De wettelijke lozingslimieten zijn in deze exploitatie-vergunning vastgelegd.
Soorten radioactieve effluenten
De dagelijkse werking van de nucleaire installaties genereert twee soorten radioactieve effluenten.
Vloeibare effluenten
De vloeibare radioactieve effluenten bevatten radioactieve stoffen in de vorm van een oplossing, wanneer het gaat over opgeloste ionische zouten, of in de vorm van een suspensie, wanneer het gaat over vaste partikels vermengd met de effluenten.
Deze effluenten zijn hoofdzakelijk afkomstig van de proceskringen, bijvoorbeeld de kringen voor de behandeling van primair koelwater in de kerncentrales.
Ze worden tevens gevormd door het sanitair afvalwater en het schoonmaakwater van de vloeren in de nucleaire zones die als mogelijk radioactieve effluenten worden beheerd, hoewel ze normaal gezien geen radioactiviteit bevatten.
Gasvormige effluenten
De gasvormige radioactieve effluenten bevatten radioactieve stoffen in gasvorm (gas en stoom), of in de vorm van aerosols wanneer het gaat over vaste of vloeibare partikels in suspensie in de uitgestoten lucht.
Deze effluenten zijn afkomstig van bepaalde proceskringen die bijvoorbeeld in de kerncentrales voorzien zijn om de ontgassing van het primair koelwater te verzekeren.
De gasvormige effluenten zijn tevens afkomstig van de algemene ventilatie van de nucleaire gebouwen. In alle nucleaire installaties leggen de veiligheidsregels op dat de lucht die binnen de gebouwen aanwezig is, permanent ververst moet worden door geforceerde ventilatie. De naar buiten uitgestoten luchtvolumes, die afhankelijk zijn van het volume van de gebouwen en van de debieten van de ventilatie, zijn eigen aan elke installatie.
Toezicht van radioactieve lozingen
De radioactieve lozingen van nucleaire installaties van klasse I worden op verschillende manieren door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) gecontroleerd. Daarboven dient er door deze inrichtingen een melding van de lozingen van het voorbije jaar ingediend te worden. Met behulp van deze informatie wordt door het FANC een informatiedossier voor het publiek opgesteld. Sinds januari 2012 moeten de industriële inrichtingen van klasse IIA die over een lozingsvergunning beschikken maandelijks een overzicht overmaken van hun lozingen.
- Raadpleeg de informatiedossiers over lozingen van nucleaire inrichtingen van klasse I
- Raadpleeg de informatiedossiers over lozingen van industriele inrichtingen van klasse IIA