REX incidenten (klasse IIA)

Maart 2006 : accidentele bestraling op de site van Sterigenics (Fleurus)

Op 31 maart 2006 werd het FANC geïnformeerd over een bestralingsongeval dat zich op 11 maart 2006 op de site van Sterigenics te Fleurus had voorgedaan. Een operator had zich gedurende een twintigtal seconden binnen een bestralingscel begeven waar op dat ogenblik geen enkele productie aan de gang was. Nadat hij te kampen kreeg met verschillende symptomen (braken, haarverlies) die deden veronderstellen dat hij bestraald was geweest, heeft hij ongeveer drie weken na het ongeval zijn arbeidsarts verwittigd. De dosis waaraan de operator waarschijnlijk werd blootgesteld, is zeer hoog en ligt tussen de 4,4 Gy en 4,8 Gy.

Naar aanleiding van het bestralingsongeval bij Sterigenics op de site van Fleurus heeft het FANC prompt een aantal acties opgelegd aan Sterigenics om de veiligheid op de site te verhogen.

Het FANC heeft eveneens, in samenwerking met de erkende instellingen, een analyse uitgevoerd van de veiligheid in andere klasse II inrichtingen waar mogelijks ook een risico op hoog dosistempo bestaat. Zij heeft ook twee gerichte inspectiecampagnes uitgevoerd om de veiligheid in deze klasse II -inrichtingen met risico op hoog dosistempo of risico op bestralingsongeval te controleren en -waar mogelijk- te verbeteren.

De lessen die geleerd werden uit dit ongeval en de daarop volgende analyse hebben geleid tot een document met aanbevelingen naar de exploitanten van ingedeelde inrichtingen uit de klasse II waar gebruik gemaakt wordt van bronnen of toestellen met een hoge stralingsintensiteit.

Indeling van de klasse II-inrichtingen in functie van de aard van het radiologisch risico

Een andere installatie, gelijkaardig als deze van Sterigenics, is – met uitzondering van sommige installaties in de klasse I inrichtingen - in België niet aanwezig.

Daarentegen zijn er een behoorlijk aantal andere installaties waar gebruik gemaakt wordt van bronnen of toestellen waarbij een hoge stralingsintensiteit voorkomt, zoals bvb. cyclotrons voor de productie van medische isotopen, bestralingsinstallaties voor onderzoek of therapeutische doeleinden, enz. Deze installaties van klasse II kunnen aanleiding geven tot hoge dosistempi. Het criterium van dosisdebiet is dan ook weerhouden als belangrijkste criterium voor de indeling van deze installaties.

Ten einde prioriteiten te kunnen leggen en een gestructureerde aanpak te kunnen organiseren, werden 3 prioriteiten voor de betrokken inrichtingen van klasse II bepaald volgens de aard van het risico:

  • Prioriteit 1 : hoog dosistempo;
  • Prioriteit 2 : risico op bestralingsongeval, maar in mindere mate dan in de prioriteit 1;
  • Prioriteit 3 : kleinere risico's.

Slechts een deel van de inrichtingen van klasse II beantwoorden aan de criteria van één van deze drie groepen. De andere inrichtingen zijn niet rechtstreeks betrokken bij deze gerichte inspectiecampagne.

In prioriteit 1 zijn de installaties weerhouden waar een hoog dosistempo mogelijk is, d.w.z. waar:

  • De maximale activiteit van de bron hoger is dan 100 TBq;
  • Een dosistempo van de orde van 100 mSv/h in de nabijheid van de bron kan gehaald worden;
  • De jaarlijkse dosis voor het publiek (1 mSv) kan gehaald worden in voorziene omstandigheden.

Tot deze categorie van installaties horen o.a.:

  • Cyclotrons voor de productie van medische isotopen;
  • Bestralingsinstallaties, inclusief radiotherapietoestellen, met een bronactiviteit van meer dan 100 TBq;
  • Industriële radiografie met gammabronnen.

De toepassingen industriële gammagrafie zijn vervat in een aparte inspectiecampagne van het FANC. Het FANC heeft hiervoor, in overleg met de erkende instellingen en de betrokken sector, aparte eisen uitgewerkt.  Deze toepassing valt bijgevolg buiten dit informatiedossier.

In prioriteit 2 zijn de installaties weerhouden waar het risico op een bestralingsongeval bestaat maar in mindere mate dan in de prioriteit 1. Tot deze categorie van installaties horen o.a.:

  • Lineaire versnellers voor radiotherapie;
  • Radiografietoestellen met een piekspanning van meer dan 200 kV;
  • Radiotherapietoestellen met een bronactiviteit van minder dan 100 TBq;
  • Containerscanners, zoals gebruikt in havens.

Ten slotte worden in de prioriteit 3 de kleinere risico's weerhouden, alsook risico's voor besmetting van personen en omgeving:

  • Besmettingsrisico's in geval van brand, zoals opslagplaatsen voor medische isotopen;

Kleinere bestralingsinstallaties, zoals bvb. sterilisatie van bloed.

 

 

Laatst aangepast op: 19/12/2023